Het gedicht voor de Sint

Op donderdag 6 december bracht de Sint een bezoekje aan onze school. Iedereen had iets voorbereid. De kleuters deden een dansje en een liedje, het eerste leerjaar bracht ook een dansje. Het tweede leerjaar deed een klein toneeltje. Het derde bracht een liedje met de blokfluit en deed daarna nog een dansje. Het vijfde had enkele mopjes voorbereid. Die waren best wel grappig. Het zesde leerjaar zong een liedje over zwarte piet die een gaatje in zijn band had.
En nu denk je waarschijnlijk, en het vierde? Wat deden zij? Wel, wij hebben zelf een gedicht geschreven voor de Sint. Dit is ons gedicht...

Beste Sinterklaas en Zwarte Piet.

Misschien ken je ons niet.

Maar wij zijn de vierde klas.

We zoeken al op in de atlas.

We leren soms al Frans.

En dansten op bosklas de volksdans.

We kunnen al tot 100 000 rekenen.

En prachtig tekenen!

We leren werkwoorden spellen.

En op maandagmorgen mogen we iets vertellen.

We hebben binnenkort toetsen.

En we kunnen goed onze tanden poetsen.

We babbelen super veel.

En we lachen ons vaak scheel!

We zorgen voor Pumba en de kippen.

Op onze stoel zitten we vaak te wippen.

Soms valt een stoel om.

Dat klinkt als een bom.

Dan moet je mooi recht staan.

Niet als een banaan!

Luisteren is niet onze sterkste kant.

Dat vindt vooral de juf ambetant.

We zijn blij dat u er weer bent dit jaar.

Onze schoen staat alvast klaar.

We hopen dat we braaf zijn geweest.

Zo is het voor iedereen feest.

Dank u wel voor uw bezoek.

Merci voor de koek.

We zeggen nu ‘tot volgend jaar!’

En ons gedichtje is klaar!

Goed gedaan, hé van de leerlingen!